was successfully added to your cart.

Winkelmand

De grote massa kent Reinhilde Decleir als de moemoe uit “Van vlees en Bloed”.  Of als toneelactrice en patroonheilige van het sociaal-artistieke theatergezelschap Tutti Fratelli. Maar bij menig bloemist en marktkramer in het Antwerpse staat ze vooral bekend als een vrouw met een stevige bloemenverslaving.

We ontmoeten de florafiel in het hoofdkwartier van Tutti Fratelli. Haar tweede thuis baadt wegens zomerstop in creatieve rust én –heel uitzonderlijk- niet in bloemen.

Bloemen in de boekhouding

“Tot voor kort stond het hier nog vol bloemen, van onze laatste productie en het afscheidsfeest. Nu zijn die allemaal verwelkt. Gerda, mijn zus, die mee de administratie opvolgt, wordt er soms zot van als ze ons bloemenbudget in de boekhouding ziet: ‘Ons Reinhilde altijd met haar bloemen, die moet ge in de gaten houden!, zegt ze dan. En ‘Goh, onze Paul (Paul Wuyts, de inmiddels overleden vader van haar zoon, Fonne) die moet daar toch ook ongelukkig van geweest zijn, gij altijd met uw bloemen, Reinhilde! Maar serieus: wie wordt er nu ongelukkig van bloemen?”, lacht ze, wiebelend op een zitbal in haar zonovergoten bureau.

‘Ons Reinhilde altijd met haar bloemen, die moet ge in de gaten houden!

Familie Decleir gaat plukken

Reinhilde koopt wekelijks bloemen, meestal op de markt, om haar eigen huis, haar Tutti Fratelli-huis én het café van haar zoon Fonne aan te kleden. En de wortels van die bloemenfetisj moet ze niet ver gaan zoeken.

“Als kinderen hadden wij thuis niet veel, we woonden nogal ‘arm’, maar we hadden wél een hofke en ons moeder -die jong gestorven is- was daar altijd in aan het prullen. Ik moet die liefde voor bloemen wel van haar hebben. Ik herinner me bijvoorbeeld haar dahlia’s; dat vind ik nog altijd onwaarschijnlijk mooie bloemen. En bij onze buurman stond een schitterende magnoliaboom. Ik smolt weg als die in bloei stond.”

“In Brasschaat, waar wij opgroeiden, was er vroeger maar één bloemenwinkel. Dat was toen echt nog een dorp, maar er waren wél nog veel weiden en groen. In de lente sprongen we met heel de familie op de fiets om boterbloemen en margrieten te gaan plukken. Ik, het kleintje, moest altijd achterop, want voor een fiets voor de jongste was er natuurlijk geen geld meer: ik mag ook eens klagen, he!”

“In de lente sprongen we met heel de familie op de fiets om boterbloemen en margrieten te gaan plukken”

Bloemen versus het boodschappenlijstje

“Als ik wat ouder was, moest ik al eens ‘komisjes’ gaan doen. Ze gaven mij een lijstje en wat geld mee en in de winkel dacht ik dan ‘ik ga ons huis eens wat opvrolijken’. Ik kwam dus altijd met bloemen thuis, maar vergat wél de helft van de boodschappen die ik eigenlijk moest meebrengen. Ik kon het niet laten.

Later, als ik met Paul samenwoonde, was het van hetzelfde. Als we zelfs maar een klein beetje geld over hadden, bracht ik bloemen mee van de markt: een klein boeketje maar, of een plantje. Paul zuchtte dan eens, maar kom: ge zijt verliefd en ge ziet dat door de vingers, he.”

Be sure to wear some flowers in your hair

Ook in haar lange haren prijkt een bloem. Een accessoire dat terugkeert op heel wat foto’s van de actrice.

“Toen Paul ziek was, kwam ik op een gegeven moment in een winkel een bloem tegen die ik dan in mijn haar heb gestoken. Toen ik thuiskwam, vond hij dat zo schoon… dat was zo een van die speciale momenten, weet je wel. Ik heb hem toen gezegd dat ik dat vanaf dan altijd zo zou dragen voor hem. En sindsdien doe ik dat. Vandaag is het één bloem, soms zijn het er drie.  Ik heb intussen een hele collectie, gekocht en gekregen.”

Bloemen en applaus

Toneel, applaus en bloemen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En zelfs bij slinkende subsidies houdt Reinhilde deze fleurige traditie in ere.

“In De Roma, waar we altijd onze premières doen, waren ze om financiële redenen gestopt met het uitdelen van boeketten na een voorstelling. Ik kan dat verstaan, dat zo’n gebaar dan sneuvelt, hoor, maar wij zorgen sindsdien gewoon zelf voor bloemen voor al onze artiesten. Eerlijk: we vragen onze acteurs wel of ze hun bloemen daar willen laten tot na de laatste voorstelling, zodat we niet elke dag nieuwe moeten kopen: dat zou ik niet uitgelegd krijgen aan ons Gerda!” (lacht).

Tutti Fratelli, Tutti Fiori

Reinhilde’s Fratelli zijn zowat de veldbloemetjes van de maatschappij. En haar ‘bloemekes’ zien openbloeien op de scène, daar kan geen applaus of recensie tegenop.

“In alle bescheidenheid: wij spelen met ons gezelschap zalen als De Roma en de Bourlaschouwburg vol. Ik moet zeggen dat ik dan toch ook altijd wel even een traan wegpink, als ze daar dan staan na een voorstelling en het applaus komt. Ik ben dan zo blij voor hen. Eén van de fratelli, zit hier nu zo’n 5 of 6 jaren. Hij is analfabeet, maar na enkele jaren merk ik echt dat hij veel beter praat. Dan ben ik content, als ik mijn fratelli zie groeien en openbloeien. Want dat zijn eigenlijk ook mijn bloemekes, he.

“Dan ben ik content, als ik mijn fratelli zie groeien en openbloeien. Want dat zijn eigenlijk ook mijn bloemekes, he.”

Ik zie heel wat miserie onder mijn ‘fratelli’, maar we lachen en feesten ook samen. De meeste mensen in onze groep kunnen op het einde van de maand nauwelijks nog hun tram betalen, maar wij zorgen er wel élke maand voor dat de verjaardagen van die maand worden gevierd. Met een drankje en met bloemen. Ja, potverdekke, nu ik het zo vertel, versta ik ons Gerda: daar is dat bloemenbudget weer!”

Na ons gesprek zetten we samen de bloemetjes buiten. Letterlijk. We verhuizen al het aanwezige groen naar Tutti Fratelli’s  terras, achter het theaterzaaltje.

“Da’s zo’n schoon zicht als we straks terugkomen van vakantie: precies een koninklijke serre!”.

Bestel jouw boeket voor moederdag voor vrijdag 12 augustus